Wat is de SORV?
De Stichting voor Onderzoek naar Rechtshandhaving en Veiligheid (SORV) is als ideële organisatie opgericht in Amsterdam in 1990. De SORV stelt zich ten doel de publieke belangstelling te vergroten voor vraagstukken rond rechtshandhaving en veiligheid. Hiertoe wordt onder meer onderzoek verricht en documentatie verzameld. Daarnaast worden er publicaties en opleidingen verzorgd, en worden er uiteenlopende activiteiten georganiseerd.
De SORV stelt het belang van de democratische rechtsstaat voorop en wil het geïnformeerde publieke debat daarover bevorderen. Bij haar werkzaamheden gaat de Stichting uit van de fundamentele rechtsbeginselen die onder meer zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM, 1948), het Internationaal verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten (BuPo, 1966), het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM, 1950) en de Nederlandse Grondwet (1983). De SORV oriënteert zich internationaal, maar heeft als in Nederland gevestigde organisatie een bijzondere focus op de Nederlandse rechtspraktijk.
Nederland heeft een solide rechtsstatelijke traditie en geldt internationaal als hoeder van mensenrechten. De Nederlandse rechtshandhaving behoort tot de meest integere en professionele ter wereld. Dat is van groot belang, want de rechtsstaat kan zonder overdrijven worden beschouwd als onmisbaar fundament van een democratische samenleving. Vrijheid en veiligheid zijn belangrijke verworvenheden, waarvoor eerdere generaties grote offers hebben gebracht. Ze zijn echter nooit een vanzelfsprekend bezit, maar vragen steeds weer opnieuw aandacht, betrokkenheid en waakzaamheid. Zeker met het toenemen van internationale spanningen en maatschappelijke polarisatie behoeft de rechtsstaat expliciete waardering en actieve ondersteuning, onder meer in de vorm van een voortdurend vrijmoedig en inhoudelijk maatschappelijk debat.
De SORV constateert dat de Nederlandse rechtspleging, van wetgeving tot daadwerkelijke handhaving, in toenemende mate onder druk is komen te staan. Waar beleid en praktijk zich primair zouden moeten oriënteren op rechtsstatelijke principes bij het bevorderen van de maatschappelijke vrijheid en veiligheid, zijn in werkelijkheid ook andere factoren van invloed. Daarbij gaat het vooral om ideologische drijfveren, financiële doelen en om opportunistisch-instrumentele inzet van beleidsinstrumentarium. Vanzelfsprekend zijn veiligheidsvraagstukken bij uitstek politiek geladen, maar het streven naar rationeel en doelmatig beleid zou daarbij hoe dan ook te allen tijde voorop moeten staan. De SORV hecht eraan het maatschappelijk debat steeds terug te voeren naar de oorspronkelijke bedoeling van rechtshandhaving en veiligheidsbeleid. Ofwel, worden de belangen van alle burgers gediend? En, wordt de samenleving veiliger, met inachtneming van de fundamentele rechtsstatelijke beginselen? Deze wezenlijke vragen staan bij de SORV steeds voorop.
Een geïnformeerd maatschappelijk debat is gebaat bij openheid en transparantie. Waar ideologische motieven een objectieve belangenafweging in de weg staan, zoals in het Nederlands drugsbeleid, is het resultaat onvermijdelijk een suboptimaal veiligheidsbeleid. Waar het belang van de schatkist prevaleert boven het bevorderen van veiligheid, zoals in onderdelen van de verkeershandhaving, vallen meer slachtoffers dan nodig zou zijn. Waar de uitvoeringspraktijk in de rechtshandhaving inadequaat is, doordat medewerkers onvoldoende zijn opgeleid en/of toegerust, krijgen burgers niet de waarborgen en ondersteuning die mogelijk zouden zijn. De vraag is daarbij steeds hoeveel de samenleving over heeft voor het veiligheidsbeleid in afweging met andere belangen, en of vervolgens met het beschikbare budget ook de beste keuzes worden gemaakt. Daarbij is het ook interessant te bezien welke nieuwe uitdagingen en mogelijkheden er zich aandienen. Aandacht voor innovatie en toekomstgericht denken zijn daarom onontbeerlijk.
De SORV streeft ernaar om vanuit het hier geschetste kader feiten en argumenten aan te dragen voor een optimaal veiligheidsbeleid, geschraagd door waarborging van grondrechten en rechtsstatelijke principes.